George van Raemdonck

"George van Raemdonck, de ambassadeur van de Vlaamse spotprentkunst in Nederland". zo kunnen we het lezen in het boekje dat Karel De Decker over hem schreef in de reeks Vlaamse Toeristische bibliotheek van de VTB nr. 161 van mei 1973, een eretitel welke Van Raemdonck zeker verdiende.

Wie was echter deze man? De meeste zullen de schouders ophalen, misschien dat er in Boechout nog enkele oudere mensen zijn die hem gekend hebben, maar de rest …

George van Raemdonck werd geboren te Antwerpen op 28 augustus 1888 als zoon van een welstellende familie, zijn vader was apotheker op het Hopland te Antwerpen maar scheen zich wel liever met schilderen bezig te hebben gehouden dan met pillendraaien.

Van zijn prille jeugd weten we niet zo heel veel, George groeide op in de havenstand onder toezicht van een strenge vader hoewel afkomstig uit Lokeren zijn Vlaams bijna had verleerd en moeder was een Française die op jonge leeftijd stierf zodat de opvoeding eigenlijk gebeurde door de grootmoeder die alleen Frans sprak.

Vader was een bekwaam tekenaar die George de eerste begrippen van tekenen bijbracht.

Toen hij 15 was, werd hij ingeschreven in de Academie te Antwerpen en volgde er lessen van 1903 tot 1908. Van 1908 tot 1914 studeerde hij aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen en volgde er landschapschilderen bij Frans Courtens.

Eigenaardig genoegd wil hij van tekenen of schilderen zijn beroep niet maken maar is wel van plan in de muziek zijn heil te zoeken en volgt daarom viool aan het Conservatorium en bezoekt vele concerten. Ondanks zijn virtuositeit met de viool kan hij de top in de muziekwereld niet bereiken, hij stopt dan ook met deze carrière en legt zich terug toe op het tekenwerk.

Op 29 juli 1909 nog tijdens zijn studies aan het Hoger Instituut verlaat hij het ouderlijke huis en gaat in Zwijndrecht bij Antwerpen wonen en leeft er als een echte bohémien. In deze periode maakt hij vooral schilderijen waaronder verschillende unieke werken. In 1912 vindt hij ook nog de tijd om naast dit schilderwerk 11 illustraties te maken voor 'Roze Kaat' een werk van Nestor de Tière in een stijl die een beetje aan Daumier doet denken.

Op 12 april 1913 huwt hij te Zwijndrecht Adriana Denissen en op 21 februari 1914 wordt hun eerste dochtertje Pauline geboren.

Kort na het uitbreken van de oorlog in mei 1914 vlucht van Raemdonck in oktober met zijn gezin naar Nederland zoals vele Belgische kunstenaars (schrijver Marnix Gijsen, Componist Jef Van Hoof, Actrice Magda Janssens, Componist Oscar Van Hemel…) hij vlucht dus niet naar Engeland zoals wel eens foutief wordt beweerd, daar was hij slechts korte tijd in 1913, voor zijn huwelijk. In Aerdenhout wordt het gezin van Raemdonck opgevangen door Anna de vries - Feijens.

Hij bleef niet bij de pakken zitten en vond al snel werk bij 'De Amsterdammer' als karikaturist (kartoenist, cartoonist) waar op 6 december 1914 zijn eerste politieke tekening 'De nijvere Bertha' verscheen samen met de tekening 'Belgische vluchtelingen'. Ook werd er al vlug door een plaatselijk weekblad een tentoonstelling van zijn werk georganiseerd in de 'Rusthoek' in Bloemendaal op 20 november 1914 en een beetje later in maart 1915 nam hij deel aan de tentoonstelling 'Belgische Kunst' in Amsterdam.


Bovenaan illustratie de 'nijvere Bertha' en onderaan 'Belgische vluchtelingen'

uit "De Amsterdammer" 6 december 1914.

Op 22 februari 1916 wordt de tweede dochter Anna geboren.

Het is in mei 1917 dat van Raemdonck kennis maakt met de schrijver A.M. De Jong. Deze ontmoeting leidt vlug tot vriendschap. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zo veel boeken van De Jong door Van Raemdonck werden geïllustreerd.

Doch buiten deze boekillustraties bleef hij verder werken voor de krant en verluchtte hij ook werk van andere schrijvers o.m. in 1919 een kerstvertelling van Felix Timmermans.

In 1922 neemt hij deel aan een tentoonstelling van de tekenaren van 'De Amsterdammer' in het Stedelijk Museum van Amsterdam met opening op 17 juni 1922 om '3 uur des middags' een 150 schilderijen worden tentoongesteld waaronder werk van : Rie Cramer, B. Midderigh - Bokhorst, M. Woutersen - van Doesburgh, Felix Hess (Jantje), Prof.J.H. Junes, Is. Van Mens, Martin Monnickendem, Jan Poortenaar, S.L. Schwarz, J.H. Speenhoff, Felix Timmermans en B. van Vlijmen.

In mei 1922 beginnen de twee vrienden - kunstenaars De Jong - van Raemdonck aan een nieuw project, nl. het stripverhaal 'Bulletje en Boonestaak'. Op 2 mei 1922 verschijnt de eerste aflevering in 'Het Volk' en deze loopt tot 17 november 1937 in 'Het Volk' en in 'De Voorwaarts'. De tekst was steeds van A.M. De Jong en George maakt in de 15 jaren 8.856 tekeningen voor het stripverhaal. Het stripverhaal deed in die periode ook heel wat stof opwaaien dor de gebruikte spreektaal, de scheldwoorden en ook wel de rauwe tekeningen (zoals het tekenen van verminkte lichamen, soms bloot! …) en de gebruikte motieven zoals slavernij, kolonialisme, imperialisme, anti - militarisme, kapitalistische woeker, invloed van de godsdienst, …

Het succes van de strip was zo groot dat de bekende firma Van Nelle een reeks boekjes uitgaf met in totaal 178.441 exemplaren. In deze versie werd hier en daar een toegift gedaan zoals b.v. een zwembroekje voor de zwemmende vrienden Bulletje en Boonestaak of het vervangen van een rover, Zwarte Jack, die in het oorspronkelijk verhaal een dominee was, door een sheriff…

Tussen 1951 en 1959 werden er een 18 deeltjes herdrukt bij de N.V. Arbeiderspers te Amsterdam en in 1968 tot 1974 nog een 5-tal deeltjes bij dezelfde uitgeverij.

In de jaren 1925 tot 27 wordt er door de firma Van den Bergh, fabrikanten van de Blue Bandmargarine een tijdschrift uitgegeven dat weerom de twee vrienden van een stripverhaal voorzien nl. 'De avonturen van Appelsnoet en Goudbaard' twee kabouters die zeer spannende avonturen voor jonge kinderen beleven.

En zo gaat dat tekenwerk maar door in Nederland tot van Raemdonck besluit terug te keren naar België en op 12 november 1928 dit ook daadwerkelijk doet. Hij vestigt zich eerst terug te Zwijndrecht en daarna te Antwerpen in de Stefaniestraat nr. 71. Wat in Nederland als bijna vanzelfsprekend was, moet hij thans in België terug bewijzen. Van een onbekende Belgische vluchteling tot een bekend en gevierd tekenaar worden.

Van Raemdonck tekent vooral 's avonds en 's nachts terwijl hij in de dag rustig de krant leest en/of in zijn tuin werkt. Tekenen beschouwt George niet volledig als kunst, schilderen dat is kunst en daar kan hij in België terug meer starten, in Nederland ontbrak hem de tijd.

In 1931 organiseert men in Antwerpen een tentoonstelling van zijn schilderwerk.

Op 30 januari 1933 wordt Hitler beëdigd als Rijkskanselier en vanaf dat moment beginnen van Raemdonck en De Jong een strijd tegen het fascisme met hun potlood en pen., in 'De Notenkraker' verschijnen tot 1935 regelmatig anti - fascistische stukjes.

Ondertussen schrijft De Jong 'Marijntje Gijzens jonge jaren' waarvoor van Raemdonck de omslagen tekent. In 1936 begint men aan de verfilming van deze boeken, film die op 17 september 1936 in première gaat. Als we in de reeks Gijzen - boeken nl. 'Een knaap wordt man' goed tussen de regels lezen, zien we dat Marijntje die kennis maakt met de schilder Moonen, in werkelijkheid met Van Raemdonck kennis maakt die duidelijk model stond voor deze verhaalfiguur.

Op 29 oktober 1938 verhuist van Raemdonck van Antwerpen naar Kapellen en later naar Edegem. De dreiging waarvoor beide kunstenaars jarenlang hadden gewaarschuwd, werd werkelijkheid en Hitler valt zoals bekend achtereenvolgens zijn buurlanden aan met alle gevolgen van dien.

In 1942 wordt De Jong door de Duitsers aangehouden als preventieve gijzelaar en in 1943 terug vrijgelaten vanwege zijn schildklierzwelling. De Jong die niet in de verzetsorganisatie zit, helpt toch zoveel hij kan politieke vluchtelingen en joden. Ook zijn anti - fascistische uitlatingen zijn niet onbekend. Op 18 oktober 1943 wordt hij dan ook uit wraak door twee Nederlandse SS-ers vermoord in zijn woning te Blaricum.

George moet nu alleen voort.

In Antwerpen krijgt hij steeds meer bekendheid als portretschilder. Na de oorlog verschijnen er politieke tekeningen van van Raemdonck in 'De volksgazet', 'Vooruit' en 'Paraat'.

In 1947 vestigt hij zich te Boechout in de Dr. Theo Tutsstraat nr. 39.

In de periode 1946 – 1949 maakt van Raemdonck illustraties voor het tijdschrift van de N.I.R. (Belgisch Nationaal Instituut voor Radio Omproep) een tijdschrift met radioprogramma's, muziek, componisten enz. Hij vervaardigt een groot aantal portretten van componisten in houtskool.

Voor de tijdschriften over duivensport ''t Duifke Lacht' en 'Pigeon rit' maakt hij in 1958 een aantal mooie tekeningen over duiven en de duivensport.

In 1960 illustreert hij in het boekje 'Zingen met Nonkel Bob' vijftien liedjes. Het is een uitgave van het N.I.R. in begeleiding van de jeugdprogramma's van Bob Davidsen op de Vlaamse Televisie. Bij het overlijden van Bob Davidsen kwamen een aantal Vlaamse zangers - muzikanten zoals Bart Peeters getuigen dat zij hun eerste gitaarles hebben gehad met dat boekje als leidraad.

Er ontstaat nu een nauwe samenwerking tussen Jef Van Droogenbroeck en van Raemdonck. Het eerste stripverhaal van L. Roelandt (Ps. Van Droogenbroeck) en George na de oorlog vervaardigen is 'Tijl Uilenspiegel' naar het verhaal van De Coster. George tekent hiervoor 971 illustraties. Het verhaal verschijnt in 1964 in 'Vooruit' en wordt met minder tekeningen in boekvorm uitgegeven. In 1980 wordt dit herdrukt.

Eveneens in 'Vooruit' verschijnen 'Smidje Smee' een volksverhaal met 143 prenten en 'Robinson Crusoë' naar het boek van Defoe met 291 tekeningen. Door ziekte wordt het stripverhaal over de schepping maar voor een klein gedeelte verwezenlijkt en het stripverhaal van 'Reinaert de Vos' kon door de dood van van Raemdonck in 1966 niet meer worden gerealiseerd. L. Roelandt overlijdt in 1979, hij genoot vooral bekendheid als vertaler o.a. van werk van Jan Wolkers in het Frans.

In 1958 werd George 70 jaar, wat een groot feest betekende te Boechout. Frans Schijvens sticht een ere-comité met o.a. Gravin Moretus de Boechout, generaals Thomas en Piraux, componist Jef Van Hoof, schrijver Eugène De Ridder.

Eugène De Ridder, George van Raemdonck en Jef Van Hoof.

Iedereen is aanwezig in feestzaal Doornboom (thans verbouwd voor bewoning), de fanfares blazen het hart uit hun longen , er worden feestredes uitgesproken door o.a. Eugène De Ridder en de 92-jarige Floris De Cuyper.

Dat van Raemdonck het in Boechout naar zijn zin had, kunnen nu nog de bierkaartjes getuigen die hij vol tekende met karikaturen van de stamgasten in het café van Jos Verbruggen, op de hoek van zijn straat dat eveneens het stamcafé van George was, waar hij 's avonds zijn pintje dronk. Verschillende tentoonstellingen volgden zich nog op o.a. in 1954 en 1957 en van 19.12.1964 tot 04.01.1965 in Bergen-op-Zoom.

De laatste jaren van zijn leven woont van Raemdonck in het bejaardentehuis van de H. Familie te Boechout waar hij op 77-jarige leeftijd, op 26 januari 1966 overlijdt. Nog steeds kan men in het erepark van het Boechoutse kerkhof zijn graf bezoeken.

Van Raemdoncks tekenwerk dat door sommigen als ouderwets werd aanzien, hij deed niet mee met de modernen van zijn tijd, getuigt echter van een uiterste zorg voor detail, details die bij het bekijken van de tekening nog meer gaan boeien en verwondering en bewondering oproepen. Men zei hij is altijd zichzelf gebleven en dat is wel het mooiste compliment dat we hem kunnen geven.

Hij was een groot kunstenaar, een boeiend kartoenist en een fijne schilder.

Ter gelegeheid van zijn honderste geboortedag organiseerde men in het Gemeentehuis van Halsteren, dorp waar hij geruime tijd woonde, op zaterdag en zondag 17 en 18 september 1988 een mooie overzichtstentoonstelling met 84 van zijn werken: schilderijen, tekeningen, publicaties, brieven …

Meer dan twintig jaar later werd op 19 april 2009 in Boechout George van Raemdonck herdacht ter gelegenheid van zijn honderdtwintigste geboortedag. Een van de gemeentelijke parken aan de Dr. Theo Tutsstraat recht over de woning van van Raemdonck werd het 'George van Raemdonckpark' gedoopt en in dit park onthulde Burgemeester Koen 't Sijen in aanwezigheid van vele genodigden waaronder de kleindochter van de kunstenaar : Cathy Collet, het monumentje van 'Bulletje en Boonestaak'. Daarna werd er aan de woning van haar grootvader door Cathy een bronzen plakket onthuld met de beeltenis van de kunstenaar. Vervolgens gingen alle aanwezigen, na een korte wandeling, naar de foyer van theater Vooruit in Boechout waar een grote overzichtstentoonstelling van George van Raemdonck werd geopend door Carl De Pauw, Voorzitter van de Culturele Raad van Boechout (tevens Directeur van het nieuwe MAS in Antwerpen). Iedereen keek vol bewondering en was aangenaam verrast door de variatie en de kwaliteit van de werken: schilderijen, tekeningen, portretten, etsen, publicaties in tijdschriften en boeken …het merendeel werd in bruikleen gegeven door Boechoutenaren. De viering werd afgesloten met een prachtige receptie.

Samengesteld door Ronald Vanoystaeyen, verantwoordelijke organisator van de George van Raemdonckkartoenale te Boechout.

meer info op lambiek.net

  • Krantenartikel in De Tijd dd. 02.06.1922 als aankondiging van de tentoonstelling op 17.06.1922.
  • Krantenartikel in De Tijd – Maasbode dd. 04.12.1964 als aankondiging van de tentoonstelling in Bergen op Zoom eind 1964 begin 1965.
  • Catalogus van de tentoonstelling in Halsteren 17 en 18 september 1988.
  • Een onderzoek naar de relatie tussen A.M. de Jong en George van Raemdonck door Jos Rampart als nr. 59 in de reeks Publikaties van het archivariaat 'Nassau-Brabant' uitgegeven in november 1981.
  • Boekje 'Zingen met Nonkel Bob' uitgave N.I.R. 1960.